Blog Image

Logboek

Onze avonturen

Op elk artikel kunnen jullie reageren door onder het artikel op "reacties" te klikken...

De eerste vis !

Noord Spanje Posted on 22/08/2012 15:36

Een vriend van Ramon, John, lag met een aantal
pensionada’s al jaren in een idyllisch plaatsje genoemd San Vincente de la
Barquera. Geef toe : de naam alleen al
vraagt gewoon om een bezoek. De eerste dag van augustus tuften we het estuarium
van San Vincente binnen. Van een Nederlandse oogarts die enkele dagen vóór ons
dezelfde route zeilde, waren we gewaarschuwd dat er geen echte haven was en dat
het zoeken naar een geschikte ankerplaats niet simpel was. Behoedzaam gleed
Snow Goose over de drempel richting het stadje. Net voor de brug lagen een aantal
drijvende pontons vol met plaatselijke bootjes. Links ver over een ronde
droogvallende watervlakte lagen 2 boten voor anker en nog ééntje net voor een
klein strand. Deze laatste zou waarschijnlijk het dobberende huis van John
zijn. We tuurden zo’n beetje in het rond op zoek naar een oplossing, toen een
visser ons wenkte om langs de kademuur te komen liggen. We lieten dit
natuurlijk niet aan ons voorbijgaan en vijf minuten later lagen we aan lange
lijnen tussen een rij vissersboten. We hadden geluk : de ene vissersboot achter
ons was blijkbaar druk doende met zijn papierwerk en zou vandaag en morgen niet
meer uitvaren, terwijl de andere boot blijkbaar motorpech had. Het was
inderdaad een mooi plaatsje en net toen we terug aan boord waren, kwam een
Spaanse boot en later nog een Nederlandse boot “Rappe” uit Breskens tegen ons
liggen.

’s Morgens deed Sonja een poging om rechtstreeks van een
binnengekomen vissersschip een visje te kopen, doch het ding, bonito of te wel
tonijn, bleek met één meter net te groot voor onze koelkast…

Nadat onze 2 buren voor ons plaats hadden gemaakt, lukte
het ons net (10 cm …) om met een harde stroming van tussen de vissersboten te
manoeuvreren.

Het zou een lange en vermoeiende dag worden : een zéér
hoge deining en wind op kop zorgden ervoor dat we pas rond 19u30 aanmeerden in
Gijon. Zo’n uurtje later volgde een nogal emotioneel weerzien met Dina en
Stein, dochter en schoonzoon uit Ruddervoorde. Zij hadden de niet te
onderschatten inspanning gedaan om tijdens hun 2 weken durende auto-tent
vakantie, ons een bezoek te brengen.

Uiteraard leerden wij hen later op de
avond de Spaanse tapa’s en bier kennen. Nà
wat reorganiseren, van rommel- naar gastenkamer, hadden zij de eer om deze
slaapplaats als eerste te testen. Buiten wat gezucht en gekreun bleek deze goed
mee te vallen…

Daags nadien bleek een zéér belangrijke datum in de
notulen van Snow Goose te worden! Niet omdat we alle vier het strand bezochten;
ook niet omdat Stein en ikzelf voorstelden om met de zodiac per motor de haven
uit te varen en aan te leggen op een overvol strand (wat een ramp bleek te zijn
want de zodiac loste, er sijpelde water binnen en hier bovenop weigerde de
motor te starten) zodat onze mannelijkheid een aardige deuk kreeg toen we 2 uur
later al peddelend de haven verlieten en onder de afkeurende blikken van de
vrouwtjes op het strand aanspoelden. Enfin, nà een bbq diezelfde avond heeft de jongere helft van de mannen (zijnde
Stein dus) zichzelf voor eeuwig gebeiteld in de annalen van de
Snow Goose : nà urenlang zwoegen en zweten (het was al aardig donker) zwiepte
Stein de eerste vis als een volleerd visser op het teaken dek van Snow Goose.

“Beet !!!”
weerklonk door gans de overigens doodstille haven. Beet maar nog niet dood
natuurlijk. Het was blijkbaar een taai of zeer slim beest want nadat de
overwinnaar hem eerst een tik had gegeven en hij op een bord in de keuken
morsdood lag (althans dat dachten wij) begon hij plots weer te spartelen op
zoek naar water. Een welgemeende uppercut met een roeispaan liet hem voor
altijd zwijgen. En toen … tja begon de zoektocht naar de naam van de vangst en
of hij eetbaar was. Een ganse resem boeken en encyclopedieën werden erbij
gehaald, foto’s van het vislijk werden genomen, dissectie volgde, zelfs de
Spaanse ex-consul van België werd om advies gevraagd. Resultaat : het beestje
bleek een dorade, zelfs van koninklijk
bloed (Royal) en bovendien eetbaar want bij het volgende middagmaal werd het
visje gevierendeeld…

Na de middag slenterden wij door een overigens
verrassende stad : weinig uitgestorven straten met veel volk op de been. Aan
een strand met een soort monstergolven lieten (opnieuw) de mannen zich eventjes
gaan en doken onder het waakzaam oog van een handvol redders het bruisende sop
in. Echt spectaculair hoe de onderstroom je uit alle macht probeert mee te
sleuren naar zee. Maar niet met ons zulle ….

Nà een opnieuw een zakdoekmoment tuften Dina en Stein de
volgende dag richting Vlaanderen en bleven wij een beetje triestig alleen
achter. Het was tof om hen aan boord te hebben. Veel tijd om na te denken
hadden we niet want maandag 6 augustus brak aan : 1 jaar getrouwd ! Die begon
met verse baguetas, cava, bloemen en … vuurwerk. Nà een dag niets doen (!)
trokken wij ’s avonds alle registers open in een leuk restaurant.

De volgende dag lieten wij de katers uit met de fiets en
trokken door de minder gekende delen van Gijon. ’ s Avonds hadden wij netjes plaatsgenomen op
één van de bankjes langs de haven toen in de verte twee nieuwe bemanningsleden
aangestapt kwamen : Annick en Marnix.
Wij bleven zitten en … ze stapten ons pal voorbij ! Pfff … waarschijnlijk zijn
ze pas verliefd en zien ze enkel elkaar ….

Met een wedstrijdzeiler als Marnix erbij zouden we de
volgende dag vliegen naar Cudillero. Hallo ? Tja … zéér warm en bijna geen
wind. Dus werd het een rustig tochtje naar het mooiste dorpje van Noord Spanje,
waar onze twee bezoekers onmiddellijk opteerden om er enkele dagen te blijven.

We vulden de dagen met zwemmen, wandelen in, rond en boven het dorp, een
autotocht in het hooggebergte (we hadden intussen hun auto in Gijon opgehaald),
en uiteraard eten en drinken. Soms lekkere eigen keuken, soms op restaurant of
gewoon tapas. Terwijl onze gasten opnieuw richting Niort en verder huiswaarts
reden, zeilden wij Luarca binnen, waar we de enige buitenlandse boot waren en
er bovendien niemand te bespeuren viel om aan te leggen. Niet dat we iemand
nodig hadden hoor : we pikten een boei
op en met 50 meter touw in de hand dook ik het water in om deze aan de kade te
beleggen. Het was een attractie op zich….

We waren er het roerend over eens : Luarca bezit het kerkhof met het mooiste
uitzicht ter wereld. Hoog boven het dorp staat een spierwit kerkje met witte
graven met een spectaculair uitzicht over de baai, zee en kliffen. ’s Avonds zaten
wij langs de kade op de eerste rij voor een optreden van een jazzduo, elk met
een mojito en een caipiriña. Meer moet dat niet zijn…

Onze volgende stopplaatsen waren Ribadeo (waar mijn
vrouwtje voor de eerste keer zelf pulpo (inktvis) klaargemaakt heeft), Viveiro
(waar we een Maria processie gevolgd hebben en ’s avonds stonden te dansen
tussen honderden Spanjaarden bij een optreden van een viertal gesteund door een
heus balorkest en waar we ook de bemanning van de Breskens zeilboot de Rappe
aan boord ontvingen), Cedeira (waar we op anker lagen nadat we de meest
noordelijke punt van Spanje Cabo Estaca de Bares succesvol gerond hebben) om
uiteindelijk aan te meren in de haven met de klinkende naam : A Coruña !

Hier komen allerhande zeilers samen : zij die
rechtstreeks van Falmouth de Biskaye overzeilen, zij die ergens vanuit
Frankrijk (bv. La Rochelle) de overtocht aanvatten, kusthoppers zoals wijzelf,
en ook buitenlanders die op de terugweg zijn. Plannen worden hier uitgewisseld,
bekende boten begroet en afscheid genomen. Elk gaan we onze eigen weg. Wij bezochten intussen de mooie oude stad met
ontelbaar veel restaurantjes en majestueuze gebouwen. Zoals het boek van Clemens
Kok in schoonheid de Golf van Biskaye afsluit met een bezoek aan Santiago de
Compostella, zo namen ook wij op maandag 20 augustus de trein naar dit bedevaartsoord.
En het moet gezegd: het is een belevenis! Je ziet de peregrinos de stad
binnensijpelen om, alsof ze afgesproken hebben, allen samen te drommen voor de
kathedraal op de Plaza del Obradoiro. En ja, ook wij namen de tijd om de sfeer
op ons in te laten werken (we woonden toevallig ook een Spaanse mis bij in de
overvolle kerk waar Jacobus zit aan het einde van de 97 m lange middenbeuk onder
een enorm goudkleurig uitzinning versierd baldakijk) en bezochten daarna het
museum, de kapellen, de schatkamers en het klooster horende bij de kathedraal.
Neen, wij gingen niet in de rij staan om de schouder van Jacobus aan te raken,
omdat wij geen echte pelgrims zijn. Alhoewel, is het gegeven dat wij zo’n 2000
km weer, wind en water getrotseerd hebben ook geen vorm van pelgrimstocht ?

Gedaan met tegen de westenwind in te zeilen of te motoren
: Camariñas ligt om de hoek en stilletjes
aan draait onze boeg naar zuid-west. We varen langs Malpico, waar een tiental
jaren terug de olietanker Prestige zonk, en zeilen warempel de ria binnen onder
vol zeil met 25-30 kn wind. Dat was lang geleden ….



Brand !!!

Noord Spanje Posted on 13/08/2012 21:35

Met de metro stonden we dinsdag 24 juli na een half uurtje in centrum Bilbao. Terloops : het openbaar vervoer in Spanje is spotgoedkoop. We betaalden voor ons beiden heen en terug (telkens een half uur rijden) 5,4euro. Toen ik vroeger op sommige dagen van Veldegem naar Oostende pendelde met de trein betaalde ik voor een enkele rit ongeveer zoveel …

Guggenheim museum, veilja alta, enkele kerken en een levendig shopping centrum stonden op ons te bezoeken lijstje. Het Guggenheim museum is één van de weinige musea die men eigenlijk bezoekt, niet voor z’n tentoonstellingen, maar gewoon voor de architectuur van het fantastische complex. Ik denk niet dat er één rechte muur staat. Alles lijkt te hangen en in elkaar over te vloeien, maar vooral de titanium tegels waarmee het volledige gebouw aan de buitenzijde bedekt is, maakt het zowel letterlijk als figuurlijk schitterend! Het hele bouwwerk wordt bovendien dag en nacht bewaakt door een gigantische spin…

We slenterden door de stad in zo’n 35 graden : langs de boomrijke en rustige promenade aan de oevers van de rivier, over een flinterdunne voetgangersbrug, langs kolossale oude gebouwen naar de oude stad met z’n smalle straatjes, om dan in de winkelstraat met een ijsbeker neer te vleien op één van de vele bankjes, terwijl mijn vrouwtje Zara en haar zusters nog rijker maakte…

Het was ook in Bilbao dat we opnieuw naar een buitenband voor ons fietsje zochten. We hadden er nochtans eentje gekocht als reserve (zie vorige verhalen) doch deze bleek zelfs op ons klein schipje gewoonweg onvindbaar! Dus nà een (onbetaalde) trolley rit naar de stadsrand, een wandeling om ”U” tegen te zeggen, een tiental keren met een onnozele handen- en voeten opvoering om aan voorbijgangers, winkeluitbaters en kelners duidellijk te maken dat we op zoek waren naar een fiets buitenband, en twee winkels, togen we uiteindelijk terug naar Getxo met een mountainbikebuitenband (Scrabble ?)

De volgende dag werd gevuld met het kuisen van de boot, de fiets te herstellen, wassen van de kleren, een beetje zonnen en kennis maken met Ramon, een toffe vijftiger, die in Bilbao woonde, een motorboot liggen had in Getxo en zelf werkte in Brazilië. Hij gaf ons niet alleen tips voor de volgende havens, maar ook Iberico ham, fruit en zelfs voor elk een kom gazpacho, de alom bekende Spaanse koude soep. Heerlijk!

Donderdag zeilden we met een gereefd zeil naar Laredo waar we nà het ronden van de enorm hoge en lange havenmuur… een ei zo na lege haven aantroffen ! Honderden plaatsen met splinternieuwe steigers en misschien 5 boten… Blijkbaar heeft nog niemand de weg gevonden naar deze nieuwe plaats, en dus konden wij voor ons liggeld op een korting rekenen temeer daar de douches nog niet werkten. Vreemd gevoel…

s’ Avonds trok het eerste echte onweer sinds ons vertrek uit België over. Overal rondom bliksemschichten en gerommel, maar bijna geen regen. Opnieuw een vreemd gevoel.

Laredo ligt in een lange halve maan baai voorzien van een enorm strand. Tof, maar de oude stad, waar we ’s avonds 27 juli pinxos gingen eten, was een voltreffer. We werden niet alleen verwend met allerhande zéér verzorgde en lekkere kleine gerechtjes (tapas), waarvan we vooraf niet wisten wat ze waren, maar we zaten ook midden in een héél gezellige bar waar we (toevallig) live de openingsceremonie van de Olympische Spelen konden volgen. Pas toen de Belgische delegatie de arena betrad zijn we opgestaan om terug te keren naar “onze” haven.

Op zaterdag bezochten we dan per fiets Santona, een garnizoenstadje net over de rivier. Hiervoor moesten we met de fietsjes over een aantal duinen en door het zand tot aan de waterlijn, waar een overzet ons dan oppikte. Een regenbui deed een verdienstelijke poging om onze dag te vergallen, doch op de foto’s zal je kunnen zien dat we ook dit voorzien hadden. ’s Avonds een rasecht Belgisch menu : kip met frieten. Lekkerrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr !

Net toen we de volgende dag de trossen gingen losgooien kregen we opnieuw bezoek van de douane. Drie Spaanse ambtenaren streken die zondag waarschijnlijk dubbele wedde op door met hun zwarte zodiac bij ons langszij te komen, terwijl hun moederschip elke ontsnapping uit de haven onmogelijk maakte. Het bleken drie zéér aardige gasten te zijn, en nà uitwisseling van mailadressen en het nemen van een foto met ondergetekende, verlieten ze welgezind ons huisje.

De haven van Santander bleek zéér ver van de stad te liggen en pal naast een vliegveld. Bovendien lag de dichtstbijzijnde supermercado (Eroski, neen niets met erotiek te maken), zeker zo’n 4 km ver. Niet echt ideaal dus. We lieten het niet aan ons hart komen en per fiets ging het richting Santander. Een beetje tegenvallende stad maar wel met mooie stranden en een zéér mooi park op het einde van het schiereiland. Toch weeral een mooie dag aan boord afgesloten met een semi zelfgemaakte paëlla.

Dinsdag 31 juli kwam een oude bekende boot pal achter ons liggen : de Liberté Cherie, ooit onze buren in het VNZ te Blankenberge. Leuk om die mensen terug te zien. Zij waren op weg van Frankrijk naar La Coruna maar door materiaalpech gedwongen om Santander aan te lopen. Nà een dagje zonnen, en zwemmen in de haven was ik net bezig de bbq klaar te zetten, toen ik aan mijn vrouwtje zei dat er blijkbaar nog iemand aan de bbq was begonnen. Ik rook immers brandlucht en kleine branddeeltjes (afgekoelde gensters) dwarrelden neer op ons schip. Ik draaide me om en daar zag ik op zo’n honderd meter een enorme rookpluim de lucht ingaan ! Brand !!!!

Pal naast de haven lagen nogal residentiële appartementsblokken, zo’n 4 verdiepingen hoog. Daarachter lag een soort weide met zéér hoog gras, struiken en bomen. Dit stuk had blijkbaar vuur gevat want toen ik ging kijken sloegen de vlammen zo’n 10-15 meter de hoogte in. Bovendien werd het vuur aangewakkerd door een stevige wind die zo variabel bleek dat zelfs de brandweer enorme moeite had om het vuur onder controle te houden. Huizenhoge vlammen naderden tot op enkele meters van de gebouwen, maar gelukkig lukte het de mannen om deze te vrijwaren van brandschade. Niettegenstaande wij niet onmiddellijk in de gevarenzone lagen, maakte iedereen zich toch klaar om, mocht de brand zich uitbreiden, los te gooien en zee te kiezen. Zover is het gelukkig niet gekomen, maar gezien de rook steeds opnieuw onze richting uitkwam, hebben we tot laat in de avond met een aantal zeilers alle roet van de boten moeten sproeien. Zonder sarcastisch te willen zijn, stak ik later op de avond dan toch maar onze bbq aan ….



Langs Baskenland

Noord Spanje Posted on 31/07/2012 17:59

“Kep… kepppppp ! Hoe laat is het ?”

“Godv…. ’t Is 10u !”

“Hoe kan dat nu dat we ons overslapen hebben ?”

“Het water is al terug aan het zakken …pfff…. Fantastisch …”

“Plan B ?”

“Welk plan B ?”

“Awel hier nog een dag blijven ?”

Twee uur later zaten we op de boemeltrein voor een bezoek aan San Sebastian. Soms moet een mens een beetje geluk hebben bij een ongeluk. San Sebastian is een pracht van een stad ! Ze staat duidelijk in onze top 5 van mooiste bestemmingen. Haar prachtige hoge gebouwen met hun typische metalen smeedijzeren balkons, de moderne stad met kleurige boulevards, een oud stadsgedeelte met smalle steegjes afgewisseld met pleintjes, een klein haventje waar de jeugd samentroept om van de kademuur het blauwe water in te duiken, een werkelijk prachtige baai met een halve maan strand afgeschermd van de zee door een kolossale rots, maar bovenal hun café-bars, met op iedere toog een veelvoud van pinchos, bocadillos of raciones. Lekkerrrrrrr en onmogelijk om er niet van te smullen … Zo konden wij niet weerstaan aan de misschien wel oudste tapasbar in de stad, Casa Vallés. Enkele tafels en stoeltjes buiten, binnen een drukte van rasechte basken discussiërend aan de toog met boven hen overal gamon iberico bengelend aan hun touwtje. Hier voorbij lopen zonder iets te drinken, was even wreed als vòòr het zingen de kerk te verlaten… We zouden enkel nippen aan hun witte wijn… we bleven 2 uur plakken op onze stoel en proefden allerhande baskische specialiteiten : ongi etorri a San Sebastian !

Vrijdag 20 juli lukte het ons om eens tijdig te vertrekken en ons los te maken van een zalige week Hendaye. Getaria was ons volgende piepkleine haventje waar we ook terug contact hadden met een Noorse familie die weken geleden naast ons dobberde in de haven van Belle Ile. We merken dat vluchtige contacten intenser worden van zodra we beseffen dat we dezelfde richting, en dus dezelfde havens aanlopen. Het stadje liep ’s avonds vol met toeristen die vanuit de hoogte neerkeken op onze Snow Goose (letterlijk dan…)

Op zondag zeilden we langs een prachtige kust naar Bormeo waar er eigenlijk geen haven voor bezoekende jachten is. Hier dus een primeur : aanleggen aan de kade. Lijkt op zich geen probleem was het niet dat alle ruimte langs de kade reeds ingenomen was door andere boten. Eén plaatsje leek mij nog doenbaar met één meter vóór en één meter achter speling. Vóór de boeg lag een motorjacht met een luid lachende Spaanse familie die onze lijn onmiddellijk aannam. Achteraan een Franse boot die blijkbaar niet zo happig was om te helpen maar met 2 tegen 1 het onderspit moest delven en ons van op de kade dus zijdelings binnentrok. De Snow Goose paste net in het gaatje, maar …. gezien Bormeo een getijdenhaven heeft moeten de lijnen lang genoeg zijn om het verval op te vangen, en daar zaten we met een probleem. Lange lijnen betekent ook veel speling voor en achter, en daar was het Frans koppel niet echt gelukkig mee. Maar soit, wij lieten de Spanjaarden bekvechten met de Fransen en wij zwegen als vermoord. Later op de dag is de Spaanse boot al lachend en zwaaiend vertrokken en hadden we ruimte genoeg.

Toen we op verkenning gingen door het stadje wemelde het van duizenden blauw gekleurde mensen : blijkbaar één of andere politieke reünie. Stak ik daar effetjes mooi af in m’n rood t-shirt !

We waren van plan om ’s avonds mee te feesten, want alles was voorzien om er een indrukwekkend groot dansfeest van te maken zomaar op de stadskade. Doch toen we eventjes onze lijnen gingen inspecteren had één of andere hooligan met rode wijn staan morsen over heel de lengte van ons schip : romp, dek, zeilhoezen, alles zat onder de rode wijn. De vissers die met hun lijnen 5 meter verder zaten hadden natuurlijk niks gezien. Weg dansfeest, want nà 2 uur schrobben zat de goesting hiervoor ver weg. Grrrrr !

Maandag 23 juli ruilden wij de kademuur van Bormeo in voor een ligplaats aan de steigers van Getxo, een voorstad van Bilbao. Maar later vertel ik meer hierover.