“Kep… kepppppp ! Hoe laat is het ?”

“Godv…. ’t Is 10u !”

“Hoe kan dat nu dat we ons overslapen hebben ?”

“Het water is al terug aan het zakken …pfff…. Fantastisch …”

“Plan B ?”

“Welk plan B ?”

“Awel hier nog een dag blijven ?”

Twee uur later zaten we op de boemeltrein voor een bezoek aan San Sebastian. Soms moet een mens een beetje geluk hebben bij een ongeluk. San Sebastian is een pracht van een stad ! Ze staat duidelijk in onze top 5 van mooiste bestemmingen. Haar prachtige hoge gebouwen met hun typische metalen smeedijzeren balkons, de moderne stad met kleurige boulevards, een oud stadsgedeelte met smalle steegjes afgewisseld met pleintjes, een klein haventje waar de jeugd samentroept om van de kademuur het blauwe water in te duiken, een werkelijk prachtige baai met een halve maan strand afgeschermd van de zee door een kolossale rots, maar bovenal hun café-bars, met op iedere toog een veelvoud van pinchos, bocadillos of raciones. Lekkerrrrrrr en onmogelijk om er niet van te smullen … Zo konden wij niet weerstaan aan de misschien wel oudste tapasbar in de stad, Casa Vallés. Enkele tafels en stoeltjes buiten, binnen een drukte van rasechte basken discussiërend aan de toog met boven hen overal gamon iberico bengelend aan hun touwtje. Hier voorbij lopen zonder iets te drinken, was even wreed als vòòr het zingen de kerk te verlaten… We zouden enkel nippen aan hun witte wijn… we bleven 2 uur plakken op onze stoel en proefden allerhande baskische specialiteiten : ongi etorri a San Sebastian !

Vrijdag 20 juli lukte het ons om eens tijdig te vertrekken en ons los te maken van een zalige week Hendaye. Getaria was ons volgende piepkleine haventje waar we ook terug contact hadden met een Noorse familie die weken geleden naast ons dobberde in de haven van Belle Ile. We merken dat vluchtige contacten intenser worden van zodra we beseffen dat we dezelfde richting, en dus dezelfde havens aanlopen. Het stadje liep ’s avonds vol met toeristen die vanuit de hoogte neerkeken op onze Snow Goose (letterlijk dan…)

Op zondag zeilden we langs een prachtige kust naar Bormeo waar er eigenlijk geen haven voor bezoekende jachten is. Hier dus een primeur : aanleggen aan de kade. Lijkt op zich geen probleem was het niet dat alle ruimte langs de kade reeds ingenomen was door andere boten. Eén plaatsje leek mij nog doenbaar met één meter vóór en één meter achter speling. Vóór de boeg lag een motorjacht met een luid lachende Spaanse familie die onze lijn onmiddellijk aannam. Achteraan een Franse boot die blijkbaar niet zo happig was om te helpen maar met 2 tegen 1 het onderspit moest delven en ons van op de kade dus zijdelings binnentrok. De Snow Goose paste net in het gaatje, maar …. gezien Bormeo een getijdenhaven heeft moeten de lijnen lang genoeg zijn om het verval op te vangen, en daar zaten we met een probleem. Lange lijnen betekent ook veel speling voor en achter, en daar was het Frans koppel niet echt gelukkig mee. Maar soit, wij lieten de Spanjaarden bekvechten met de Fransen en wij zwegen als vermoord. Later op de dag is de Spaanse boot al lachend en zwaaiend vertrokken en hadden we ruimte genoeg.

Toen we op verkenning gingen door het stadje wemelde het van duizenden blauw gekleurde mensen : blijkbaar één of andere politieke reünie. Stak ik daar effetjes mooi af in m’n rood t-shirt !

We waren van plan om ’s avonds mee te feesten, want alles was voorzien om er een indrukwekkend groot dansfeest van te maken zomaar op de stadskade. Doch toen we eventjes onze lijnen gingen inspecteren had één of andere hooligan met rode wijn staan morsen over heel de lengte van ons schip : romp, dek, zeilhoezen, alles zat onder de rode wijn. De vissers die met hun lijnen 5 meter verder zaten hadden natuurlijk niks gezien. Weg dansfeest, want nà 2 uur schrobben zat de goesting hiervoor ver weg. Grrrrr !

Maandag 23 juli ruilden wij de kademuur van Bormeo in voor een ligplaats aan de steigers van Getxo, een voorstad van Bilbao. Maar later vertel ik meer hierover.